Fietser op een gladde weg in de sneeuw

Angst maakte zich meester over mij

Zaterdagochtend op een winterse dag. Elke week ga ik naar stal, terwijl mijn man de kinderen meeneemt naar zwemles. De hele week heeft het gevroren en licht gesneeuwd. “Wil je me vandaag afzetten op stal voordat je naar de zwemles gaat?”, vraag ik mijn man als ik met enige bibbers naar buiten kijk. “Nee”, is zijn duidelijke antwoord met onder ander de legitieme reden dat hij anders alleen maar moet niezen vanwege zijn allergie voor paarden. Als ik dan naast hem zit in de auto en naar paard ruik, heeft hij daar de hele dag last van. “Je pakt de fiets maar”, is zijn duidelijke antwoord. Alhoewel ik ervan baal, ga ik normaal ook elke week op de fiets, dus waarom zou dat vandaag niet kunnen? Ondertussen voel ik de onrust in mijzelf toenemen.

Met enige tegenzin pak ik mijn fiets uit de schuur en begin mijn reis naar stal, een paar kilometer verderop. In de brandgang geen sneeuw of ijs te zien en ik voel me direct opgelucht. Op de parkeerplaats is het helaas wel glad, dus wandel ik voorzichtig met de fiets aan de hand naar de straat. Ik stap op en begin nu écht met fietsen. Heel langzaam draai ik elke bocht door, waardoor je je af zou kunnen vragen of de kans groter is dat ik val door gladheid of door mijn trage tempo. De glinstering van het fietspad, die extra opvalt doordat de lantaarnpalen de boel verlichten, geeft me een angstiger gevoel. Het lijkt alsof ik mezelf op een ijsbaan begeef met af en toe nog stukken bedenkt met een heel dun laagje sneeuw.

Op zeker de helft van mijn normale tempo fiets ik rustig door. Ik nader een rotonde en verlaag ik mijn tempo nog meer. Ik wist niet eens dat het mogelijk was, maar toch blijk ik nóg langzamer te kunnen fietsen. De gedachte dat ik val en onder de vrachtwagen glijd, schiet door mijn hoofd. Schijnbaar is het de vrachtwagen ook opgevallen hoe angstig ik op de fiets zit en met het seinen van zijn lichten geeft hij aan dat ik over kan steken. Met een dubbel gevoel laat ik tijdens het oversteken met één hand mijn stuur los om hem te bedanken voor deze attente actie. Hij wacht rustig op me, totdat ik het fietspad weer bereikt heb. De laatste straat naar stal is gladder dan de rest van de weg. Dapper fiets ik door, want afstappen wil ik ook niet.

Onderweg kom ik slechts drie fietsers tegen, dat zal vast vanwege het vroege tijdstip zijn. Zij fietsen echter stuk voor stuk op een normaal en vlot tempo. In tegenstelling tot mij, lijken zij geen angst te hebben voor de sneeuwresten en bevroren stukken weg. Hoe is dat mogelijk?

Regelmatig pak ik de fiets en fietsen an sich is mij daarmee niet vreemd. Toch merk ik de hele week al dat ik onrust ervaar door de sneeuw. Ik val duidelijk onder de categorie “drie vlokken sneeuw en er is paniek”. Ik heb angst om de weg op te gaan. Met de auto ben ik al geen held gebleken deze week, maar fietsen vind ik schijnbaar nóg spannender. Mijn hoofd maakt overuren onderweg en mijn horloge trilt met de melding ‘uw stressniveau is opvallend hoog’. Joh! Dat weet ik zelf heus wel…

Gelukkig kom ik veilig aan op stal, ben ik geen enkele keer gevallen en verloopt de terugweg in het daglicht een stuk vlotter. Ergens voelt het goed dat ik mét deze angst toch maar de fiets opgesprongen ben én weer eens bewezen heb gekregen dat mijn hoofd zich soms onnodige druk maakt over van alles…

Deze situatie zou je kunnen vergelijken met iemand die stressklachten heeft en door blijft gaan. Om de dag door te komen, wordt er gekunsteld gehandeld en lijkt iemand niet volledig zichzelf. Zie je de gelijkenis met mijn fietstocht naar stal? Angst en onrust nam het als het ware van mij over en als iemand iets tegen me had gezegd onderweg als ‘schiet eens op’, geloof ik niet dat ik heel vriendelijk had kunnen reageren.

Iemand die aan het werk is en ondertussen kampt met flinke stressklachten, kan de grootste moeite hebben de dag door te komen. Soms zelfs zonder dat je als collega door hebt wat er in iemands hoofd omgaat, in het begin althans, want er komt een moment dat de klachten niet meer onder stoelen of banken geschoven kunnen worden. In alle eerlijkheid; los van mijn fietstempo en het stevig vasthouden van mijn stuur, kon niemand zien wat er in mij omging. Ik kan je verzekeren dat er meer in mij omging dan iemand anders zou verwachten. Precies de reden dat ik dit met je deel.

Als collega, manager, partner, familielid of wat dan ook, is het nuttig te vragen hoe het met iemand gaat. Hoe het écht met iemand gaat. Zonder dat je een oordeel hebt over de situatie. Dat laatste is niet zo vanzelfsprekend. Als mens oordelen we over van alles.

Denk eens terug aan wat er zojuist gebeurde tijdens het lezen van mijn tocht naar stal? Wat ging er door jouw hoofd bij het lezen van mijn verhaal over fietsen in deze specifieke weersomstandigheden? Vond je me een aansteller, vond je dat ik dan maar mijn afspraak moest verzetten naar een ander moment, herkende je mijn verhaal, haakte je volledig af of ging er iets anders door je heen?

Precies! Zo makkelijk gaat dat dus. Wanneer je een collega vraag hoe het écht met hem of haar gaat, zou je de volgende keer dan eens willen proberen je meer te verplaatsen in hoe het voor deze persoon moet zijn? Want een beetje begrip doet wonderen. Ga jezelf maar eens na. Je hebt vast wel eens in een situatie gezeten die veel met je deed. Hoe was het voor jouzelf toen? Als mensen allerlei goedbedoelde adviezen gaven? Als mensen direct begonnen te vertellen over iets vergelijkbaars wat zij zelf meegemaakt hadden? Als mensen met rollende ogen jouw verhaal aanhoorden en er overduidelijk van alles van vonden? Waarschijnlijk heb je het gewaardeerd als mensen simpelweg luisterden naar jouw verhaal. Als ze zich probeerden te verplaatsen in hoe het voor jou moet zijn om in de situatie te zitten waar je in terecht gekomen was.

Neem dat eens mee in het achterhoofd als je de volgende keer met iemand in gesprek gaat. Mogelijk gaat er veel meer in iemand om dan je op het eerste oog verwacht. Op die manier kun je een ander beter ondersteunen én wie weet wordt jij daardoor in de toekomst ook beter ondersteund door de mensen om je heen.