Geen druk op zetten
Een ijskoude dag in december. Met handschoenen aan en een roze muts op mijn hoofd fiets ik terug naar huis. Geen druk op zetten in de tussentijd en kun je deze week nog terugkomen? Mijn hoofd maakt overuren in de paar kilometer dat ik de kou trotseer.
Het is ruim 20 jaar geleden dat ik weer met mijn tong langs mijn tanden kon gaan, zonder op elke tand blokjes te voelen. Eenieder die ooit een beugel heeft gehad, kan zich dat moment misschien wel voor de geest halen. Wat voelde dat als een bevrijding voor mij destijds. Mijn beugel was eruit en draadjes aan de boven- en onderzijde waren ervoor in de plaats gekomen. Ik geloofde heilig dat ik nooit meer bij de orthodontist binnen zou hoeven stappen.
Tot in november 2022. Al langere tijd had ik het idee dat één tand naar voren kwam. Advies van mijn tandarts in de zomer: ga voor de zekerheid maar naar de orthodontist, maar ik zie weinig verschuiving. Mijn bezoek aan de orthodontist stelde ik zo lang mogelijk uit, door angst dat er weer van alles nodig zou zijn aan de ene kant en de opmerking van de tandarts aan de andere kant; het liep toch allemaal wel los?
Daar lig ik in november in de stoel bij de orthodontist. ‘Ja, die voortand snap ik wel’, zegt de assistente, ‘die is inderdaad wat verschoven’. De oorzaak lijkt een tand aan de onderkant te zijn, die ook een millimeter is gaan verschoven. De opties wat ik nu kan doen, worden met me doorgenomen. Niets doen en hopen dat er verder niets gebeurt, als het toch nog wat schuift een tijdelijke beugel nemen of het vastzetten van het onderste draadje op al mijn tanden én het draadje aan de bovenkant vervangen voor een draadje op zes in plaats van twee tanden. “Als je wilt, kan ik gelijk de onderste draad vastzetten op alle zes de tanden”, zegt de assistente vriendelijk. Ik besluit het er voor nu bij te laten om er thuis nog over na te denken.
In de weken die volgen, heb ik het idee dat ik elke tand zie verschuiven. Elke keer als ik mijn tanden poets of in de spiegel kijk, gaat mijn aandacht automatisch naar mijn gebit. Ik besluit dat ik er klaar mee ben en wil alsnog dat mijn draadje vastgezet wordt op alle tanden in plaats van alleen op de beide hoektanden. Daarnaast wil ik het draadje aan de bovenkant vervangen. Hopelijk kan ik dan wederom 20 jaar vooruit zonder gedoe.
Als ik een vriendelijke receptioniste aan de lijn heb, geeft ze bij me aan dat de optie die doorgegeven is eigenlijk geen optie is. Ze licht me toe dat bij dit type draadje de kans aanwezig is dat de tanden stuk gaan als je deze op alle tanden vast lijmt. De onrust slaat toe en doordat ik een ander advies gekregen heb in dezelfde praktijk, slechts weken geleden. Ze vraagt het nog eens na bij een collega. Nee hoor, wat ze al dacht klopte. Ze wilde daarom per se dat ik bij deze collega ingepland zou worden die haar zojuist gemaakte opmerking bevestigde, zodat er niets gedaan zou worden wat onverstandig was en nadelige gevolgen voor mij kon hebben.
Ik lig wederom bij de orthodontist in de stoel. De assistente die aangaf dat het onverstandig is een draadje als deze op elke tand vast te zetten, kijkt in mijn mond. “Ik ga gelijk even overleggen, maar volgens mij is het écht niet verstandig dit draadje vast te zetten op al je tanden”, zegt ze. Het voelt vertrouwd, ondanks dat ik mijn bezoek met een dubbel gevoel in ging door het eerdere verkeerde advies. De collega geeft aan het voor de zekerheid met de orthodontist zelf te gaan bespreken, die haar vermoeden bevestigt. “We gaan dit niet doen”, zegt ze met zelfverzekerdheid “en ik ga dit intern verder oppakken, want dit is niet oké”. Rustig legt ze me uit wat zij zou adviseren en ik voel aan alles dat ik haar advies wil volgen. We gaan niets doen met de onderkant en vervangen het draadje aan de bovenzijde voor een draadje over zes tanden in plaats van twee. Het draadje wordt binnen een minuut verwijderd en daarna vraagt ze: “kun je eerder terugkomen, deze week nog?” Hoe sneller het draadje terug geplaatst kan worden, hoe beter, laat ik me vertellen. Als de vervolgafspraak is gemaakt, pak ik mijn jas. “Geen druk op zetten in de tussentijd”, geeft ze me nog mee, totdat het nieuwe draadje geplaatst wordt.
Daar zit ik dan op de fiets op de terugweg in de ijzige kou, die zo niet aanvoelt, doordat mijn hoofd met me aan de haal gaat. Hoe zorg ik ervoor dat ik er geen druk op zet?
Mijn hoofd is steeds in de toekomst en dat kleine kwartiertje op de fiets laat me inzien dat ik aan het ‘lijden’ ben. De situatie is niet prettig, ik voel weinig controle te hebben en dat zorgt voor een ongemakkelijk gevoel. In mijn hoofd zie ik het gebeuren dat in slechts vier dagen mijn beide voortanden een eigen leven gaan leiden en al dansend een nieuw positie gaan vinden. Oké, het is spannend dat het draadje na ruim 20 jaar verwijderd is en dat ik in die paar dagen op moet letten wat ik doe om te voorkomen dat er wat gebeurt. Maar kom op, een beetje ‘gezond verstand’ is voldoende in dit geval, vooruitlopen op de ‘wat als’ onnodig en het kost vooral energie.Ik vind de rust weer terug en besluit vooral mijn gevoel te volgen en dat helpt. De sushi én het gezelschap was genieten, de lunchafspraak verliep soepel en mijn hoofd ging niet meer met me aan de haal. Opgelucht lag ik vrijdag weer in de stoel om het nieuwe draadje te laten maken. Met mijn jongste zingend aan mijn zijde, was het nog een gezellig uitje ook!
Op naar wederom 20 jaar geen orthodontist meer…